Slaapapneusyndromen
De slaapapneusyndromen zijn onder te verdelen in OSAS en CSAS


Osas
OSAS, obstructief slaapapneusyndroom.


Oorzaak
Het Obstructief Slaapapneu Syndroom (OSAS) wordt veroorzaakt door een afsluiting (obstructie) van de ademweg. Apneus of hypopneus ontstaan doordat het zachte deel van hun gehemelte, de wand van de keelholte of de tong de luchtweg blokkeert. Door de afsluiting vindt er geen transport van lucht naar de longen plaats.
Gedeeltelijke afsluiting van de keelholte veroorzaakt een turbulentie van de luchtstroom, die het verhemelte en de wanden van de keel aan het trillen brengt. Dit leidt tot snurken. Als bij het snurken sprake is van een vermindering van de verplaatsing van lucht naar de longen, spreekt men van hypopnoe. Zowel apneu's als hypopneu's kunnen aanleiding zijn van zuurstofgebrek in het bloed.

 

Risicofactoren
Er zijn een aantal factoren waardoor de keel tijdens de slaap sneller dicht valt en de luchtweg (grotendeels) is afgesloten.
•Anatomische kenmerken;
◦een korte en dikke nek (boordmaat groter dan 43);
◦grote amandelen;
◦een grote tong;
◦vernauwingen in de neusholte;
◦een naar achteren staande onderkaak.
•Overgewicht;
•Vet in het weefsel van de keelwand zorgt ervoor dat de keelholte kleiner wordt.
•Erfelijke factoren.

 

We spreken van OSAS als iemand
•‘s Nachts meer dan 5 keer per uur een ademstilstand heeft;
•Overdag zeer slaperig of zeer vermoeid is;
•Er geen andere reden is voor de ernstige slaperigheid of vermoeidheid overdag, zoals slaaptekort of slapeloosheid

 

Veel mensen met OSAS hebben ook andere klachten, zoals:
•Snurken, niet uitgerust wakker worden,’s nachts wakker schrikken, zich niet goed kunnen concentreren.
Factoren die apneus kunnen verergeren
•Roken;
•Alcohol;
•Slaapmiddelen, kalmeringsmiddelen, rustgevende medicijnen;
•Slaaphouding.

 

Onderzoek
De diagnose OSAS wordt gesteld door een slaaponderzoek. Dit heet een polysomnografie.
.Tijdens de  polysomnografie wordt het volgende gemeten:
•Hersenactiviteit met een elektro-encefalogram (EEG);
•Ademhaling
•Hoeveelheid zuurstof in het bloed
•Hartslag
•Bewegingen van de benen
Het resultaat van het slaaponderzoek wordt uitgedrukt in het aantal ademstilstanden (apneus) of sterk verminderde ademhalingen (hypopneus) per uur dat de patient slaapt. Dit noemen we de apneuhypopneu index of AHI.
De ernst van het Slaap-apneu syndroom wordt bepaald door twee factoren:
•Apneu - Hypopneu Index (AHI)
Aantal ademstops of sterk verminderde ademhalingen per uur.
◦AHI 5 tot 15: lichte slaap-apneu;
◦AHI 15 tot 30: matige slaap-apneu;
◦AHI meer dan 30: ernstige slaap-apneu.
•mate van slaperigheid
Het in slaap vallen in situaties waarbij aandacht is vereist.
◦weinig aandacht (zoals televisiekijken): lichte slaap-apneu
◦enige aandacht (zoals vergaderen): matig slaap-apneu
◦grote aandacht (zoals autorijden): ernstig slaap-apneu
Voor de ernst van de aandoening geldt de zwaarste score van beide factoren.
Voor het vaststellen van de diagnose OSAS zijn dus niet alleen de ademstilstanden belangrijk, het is ook belangrijk om te meten hoeveel last de patiënt heeft van slaperigheid overdag.

Slaapapneusyndromen
Behandeling
De behandeling van OSAS is gericht op helemaal wegnemen of sterk verminderen van de klachten van slaperigheid of vermoeidheid overdag en ademstilstanden tijdens het slapen. Apneu ontstaat door een blokkade van de bovenste luchtweg, dus moeten er manieren gevonden worden om de luchtwegen open te houden.  Er zijn verschillende soorten behandelingen mogelijk.

 

Behandelingopties:
1. conservatief
2. CPAP / BiPAP
3. MRA
4. Chirurgisch

 

1.Conservatieve therapie
Conservatieve maatregelen zijn belangrijk voor alle patiënten met OSAS. Vooral voor patiënten met licht OSAS kan dit een volledig effectieve therapie zijn.
Conservatieve therapie kan bestaan uit:
•Slaaphygiëne( omvatten ten eerste regelmaat in het slaap waak-regime en het zorgen voor voldoende slaap-uren),
•Gewichtsvermindering, adipositas leidt tot vetopslag rondom de weke delen van de bovenste luchtweg met als gevolg verhoogde neiging tot collaberen van de pharynx..,
•Alcoholabstinentie in de avond,
•Stoppen met roken.  Roken leidt tot chronische irritatie van de luchtwegen en uiteindelijk verdikking van de slijmvliezen, waardoor vernauwing van de luchtwegen ontstaat en moet dus gestaakt worden.,
•Vermijden van sederende of slaapmedicatie
•Positietherapie indien er sprake is van positie-afhankelijk OSAS. De meeste ademstilstanden ontstaan, wanneer men op de rug slaapt. Positietraining leert mensen aan om op de zij te gaan slapen.

Conservatieve
2. Cpap
De meest gebruikte techniek hiervoor is de cpap (continous positive airway pressure). Met dat apparaat worden de luchtwegen ’s nachts onder geringe overdruk opengehouden. Het apparaat, een soort luchtpomp, blaast via een slang en een masker lucht in. Het moet in principe levenslang iedere nacht gebruikt worden.

Cpap
-BiPAP, Bilevel positive airway pressure, is een variant van de CPAP, dat niet alleen lucht inblaast maar ook actief meehelpt met de uitademing door lucht terug te zuigen. Overdruk en onderdruk wisselen elkaar af in de keelholte.
-APAP of auto-PAP. Dit apparaat werkt net als de CPAP, maar afhankelijk van de mate van obstructie blaast het apparaat met een meer of minder hoge druk.

 

3. Mra
Bij lichte en matige osas wordt ook wel een mra (mandibulair repositie apparaat) aangemeten.. Dit is een kunststof prothese welke over de tanden wordt geklemd en de onderkaak naar voren houdt tijdens de slaap waardoor in liggende houding de tong minder makkelijk naar dorsaal zakt waardoor de keelholte ruimer blijft. Een MRA is dan ook alleen zinvol als sprake is van een retrolinguale obstructie. Er zijn verschillende soorten. De mra is niet voor iedereen geschikt.

Mra
4. Chirurgisch
Kaakoperatie
De onder- en bovenkaak kunnen ook operatief naar voren worden gezet door een kaakoperatie.

Kaakoperatie
Kno-ingreep
Afwijkingen van de doorgankelijkheid van de neus/ nasopharynx worden gecorrigeerd, mits deze medicamenteus onvoldoende verholpen kunnen worden.
Dit betreft in het algemeen een gelokaliseerde vernauwing van de bovenste luchtweg bijvoorbeeld door polyposis nasi (neuspoliepen), slijmvlieszwelling bij ontstekingsprocessen, adenoidhypertrofie (vergrote neus-en keelamandel), septumdeviatie(aangeboren of verworven stand of vormafwijkingen van het neustussenschot) of vergrote conchae nasalis(onderste neusschelp).
In de praktijk worden kno-ingrepen met name bij licht tot matig osas toegepast. En het is niet bij iedere patiënt blijvend succesvol.

Kno ingreep
Maagverkleining
Voor mensen met fors overgewicht (morbide obesitas: BMI boven de 35) wordt steeds vaker het aanbrengen van een maagband of een maagverkleinende operatie overwogen.

Maagverkleining
Tongzenuwstimulator
Deze behandeling is nog in het ontwikkelstadium: door middel van een soort pacemaker wordt de tongzenuw gestimuleerd bij ademstilstanden.

 

Tracheotomie
Hoewel tracheotomie de meest effectieve behandeling lijkt te zijn van OSAS, is de morbiditeit en de patiëntenacceptatie ervan zodanig dat er van mening is dat de tracheotomie pas moet worden overwogen na falen van andere behandelingen of als conservatieve behandeling faalt en de algehele conditie van de patiënt een contra-indicatie tot andere grote chirurgie vormt.

 

CSAS
Het geïsoleerd CSAS is zeldzaam, komt voor bij onder andere structurele laesies in de hersenstam en cardiale pathologie.
Een persoon met centrale slaapapneu heeft problemen met het ademhalingscentrum van de hersenen. Dit centrum regelt de aansturing van de borstspieren om ademhaling bewegingen te maken.
Wanneer het ademhalingscentrum tijdens de slaap stopt met werken, dan stopt de ademhaling ook. Ook de hersenen reageren niet op veranderingen van de ademgas niveaus in het bloed ( zuurstof en kooldioxide).
Wanneer de ademhaling in de slaap stopt voor een periode van tenminste 10 seconden, maar er is geen luchtweg afsluiting zoals bij obstructieve slaapapneu, dan noemen we dit CSAS.
Meestal zal de patiënt  meerdere malen wakker worden ’s nachts, vaak met het gevoel van hijgen of stikken. Als deze frequent genoeg voorkomen dan zal dat de slaap ernstig verstoren.
Oorzaken van centraal slaapapneu
Centrale slaapapneu wordt het meest gezien bij personen met neurologische aandoeningen die het controlecentrum van de ademhaling beïnvloeden, zoals:
-Laesies van de hersenstam,
-Cardiovasculaire aandoeningen,
-Cerebrovasculaire aandoeningen,
-Letsels van het ruggenmerg.
-Centrale slaapapneu kan ook optreden bij zuigelingen die te vroeg geboren zijn. Dergelijke symptomen verdwijnen meestal in de eerste zes maanden.

 

Alle mensen met CSAS hebben de volgende problemen:
•Verstoorde slaap waarbij men vaak wakker wordt
•Moeite met inslapen
•Slaperigheid overdag
Andere problemen die men vaak ziet zijn:
•Snurken
•Pauzes in de ademhaling
•Buiten adem wakker worden

 

Behandeling
Voor alle vormen van het CSAS geldt: behandeling (zo mogelijk) van het onderliggend lijden, gewichtsreductie, KNO sanering (indien geïndiceerd).
CPAP is geïndiceerd, indien aanwijzingen bestaan voor een belangrijke OSAS component.
Bij een licht CSAS is er in principe geen therapie geïndiceerd; eventueel kan acetazolamide / zuurstof worden toegediend.
Bij een matig en ernstig CSAS is CPAP alleen of CPAP in combinatie met zuurstof / acetazolamide geïndiceerd; eventueel kan worden overgegaan to ASV in een centrum voor thuisbeademing.
Een deel van de patiënten met een vooral ernstig OSAS ontwikkelt op termijn een gemengd OSAS/CSAS. Behandeling middels CPAP is dan niet meer voldoende gezien het (partieel) ontbreken van ventilatoire drive en daarmee respiratie tijdens de apneus.
CPAP, Continue positieve luchtweg druk is de behandeling die het meest wordt gebruikt bij CSAS.